Na de groepsindeling, kan er als volgt worden verder gewerkt:
(concrete uitwerking volgt later)
1. IN HET TAALVAK NEDERLANDS of het BASISONDERWIJS
- Bekijken / lezen van een stukje van de film / strip. Dit kan in groepen gebeuren, waarna er een korte 'presentatie' wordt gegeven over de inhoud, de personages, het thema, noem maar op...
- Naspelen van een stukje uit de film / strip (drama, rollenspel).
- Werken rond de themasongs van de film (strip?)
2. IN HET TAALVAK FRANS of ENGELS
- Werken rond de verschillende dieren die op de kaartjes afgebeeld staan (voc lijst aanleggen FRANS/NEDERLANDS met fotootje erbij)
- Lezen / bekijken vna een stukje van de strip / film. Hierbij nog wat dieper ingaan op de basiswoordenschat rond natuur en dieren.
- Schrijven: een 'artikel' over de film /strip of het personage dat zij kregen.
- Spreken: maak een kort interview (vraagstelling inoefenen) met jouw personage. Denk aan de vijf W-vragen: WIE is het (eventueel dierennaam, eigennaam, land / werelddeel van herkomst / leeftijd) ; WAAR woont hij/zij ; WANNEER speelt het verhaal zich af / WAAROM kennen wij hem/haar ; WAT is zijn rol in de film / strip.
- ENGELS: Werken rond de themasongs van de film (strip?)
コメント